In nog een rechtszaak bezwaar tegen nieuwe oldtimerregeling afgewezen

rechtbank   oordeelVorige week schreef ik een blogpost “Opmerkelijk: Nu al uitspraak rechtbank MRB regeling oldtimers” met daarin een uiteenzetting van de zaak van Clements Meerts naar aanleiding van een nieuwsbericht van de KNAC. Clements Meerts Twitterde op vijf december aan het eind van de dag:

Rechtbank: belastingvrijstellingsbeschikking oldtimers niet voor onbepaalde tijd afgegeven. Blijkt nergens uit. Hoger beroep al ingesteld.

Daarom ga ik ervan uit dat die zaak op of net voor 5 december voor kwam. In mijn zoektocht naar het volledige dossier (voor zover ik weet nog niet online verschenen), kwam ik een tweetal andere zaken tegen, beide gehouden op 21 november 2014. Zaaknummer AWB – 14 _ 3571 en AWB – 14 _ 649.

Niet gehinderd door enige juridische kennis, denk ik dat de inhoud en uitspraak al een redelijke indicatie geeft van hoe de kansen van de rechtszaken van Vrijstellingoldtimer.nl liggen; ongunstig.

Samenvatting van reeds op 21 november 2014 gehouden rechtszaken

De tweede zaak is niet zo relevant omdat die meer gaat over de procedure van bewaar maken. In de eerste zaak komen drie interessante vragen aan bod:

  1. Heeft belanghebbende ondanks de wetswijziging op 1 januari 2014 nog recht op een vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting?
  2. Indien vraag b ontkennend moet worden beantwoord: is artikel 72, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wet MRB (tekst 2014) in strijd met enig beginsel van behoorlijke wetgeving?
  3. Is de aanscherping van artikel 72, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet MRB in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM?

De argumenten van de belanghebbende, eiser:

  • een beschikking vervalt niet van rechtswege als gevolg van een wetswijziging;
  • ik doe een beroep op de beginselen van behoorlijke wetgeving;
  • de beëindiging van de vrijstelling is in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Immers belastingplichtigen mogen “een redelijke mate van zekerheid van de overheid [fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”][…] verwachten waar het zijn eigendommen betreft”;
    artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM kan slechts terzijde worden geschoven indien dat op een adequaat gemotiveerde wijze gebeurt;
  • hier is sprake van onrechtmatig handelen van de Belastingdienst en derhalve bestaat recht op toekenning van een schadevergoeding.

Met andere woorden: Als oldtimerbezitter heb je een brief gehad met daarin de mededeling dat je een vrijstelling krijgt en die zou geldig moeten blijven en zo niet is er sprake van een te grote onzekerheid veroorzaakt door de overheid en is een schadevergoeding op zijn plaats.

Een samenvatting van het oordeel van de rechtbank

Vraag 1

Belanghebbende genoot de vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting zoals die uit de destijds geldende wet voortvloeide. De wettelijke regeling is met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd in die zin dat de vrijstelling vanaf de wetswijziging slechts geldt voor motorrijtuigen die ten minste 40 jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen. Nu vaststaat dat belanghebbendes motorrijtuig op 1 januari 2014 niet aan de dan geldende wettelijke regeling voldoet, is de vrijstelling zoals die in 2009 gold naar het oordeel van de rechtbank van rechtswege komen te vervallen met die wetswijziging. Dat de vrijstellingsbeschikking niet door de inspecteur is ingetrokken doet daar niet aan af. Immers, uit de vrijstellingsbeschikking blijkt niet dat deze eeuwigdurend en zelfs bij wijziging van de formele wetgeving, van kracht blijft.

Met andere woorden, de voordelen en nadelen komen tot stand op basis van de dan geldende wetgeving. Op zich ook wel logisch. Je hoorde ook niemand klagen dat de wet werd aangepast om te vrijstelling te introduceren.

Vraag 2

Op de vraag of hier sprake is van schending van de beginselen van behoorlijke wetgeving overweegt de rechtbank het volgende. De Wet MRB is een wet in formele zin. De Hoge Raad heeft in het Harmonisatiewet-arrest (HR 14 april 1989, nr. 13 822, NJ 1989, 469) overwogen dat de strekking van artikel 120 van de Grondwet zich er tegen verzet dat de rechter een formele wet aan fundamentele rechtsbeginselen toetst. Belanghebbende voert geen concreet beginsel van behoorlijke wetgeving aan. Voor zover belanghebbende heeft bedoeld te stellen dat de wetswijziging onbillijk is of onredelijk uitpakt, merkt de rechtbank op dat het de rechtbank niet is toegestaan de innerlijke waarde of billijkheid van de wet te beoordelen (artikel 11 van de Wet algemeene bepalingen). De rechtbank wijst daarom het beroep op de beginselen van behoorlijke wetgeving af.

Met andere woorden (als ik het goed begrijp), de beginselen van behoorlijke wetgeving kunnen door de procedure niet worden toegepast op de wet die ervoor zorgt dat de oldtimers nu weer belasting moeten betalen.

Vraag 3

Inbreuk door de Staat op het ongestoorde genot van eigendom van een natuurlijk of rechtspersoon alleen dan gerechtvaardigd indien de inbreuk in overeenstemming is met het nationale recht (“lawful”), de inbreuk een legitiem doel in het algemeen belang dient en er een redelijke mate van evenredigheid is tussen de gebruikte middelen en het doel dat wordt nagestreefd. Dit laatste vereist het bestaan van een redelijke verhouding (“fair balance”) tussen voormeld algemeen belang en de bescherming van individuele rechten. Van een dergelijke redelijke verhouding is geen sprake indien de betrokken persoon wordt getroffen door een individuele en buitensporige last.

Nu in belanghebbendes geval de financiële gevolgen van de wetswijziging een te betalen bedrag van € 120 is, is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een individuele en buitensporige last in vorenstaande zin. De omstandigheid dat daartegenover staat dat slechts gedurende 9 maanden gebruik van de weg mag worden gemaakt en dat een ruimer gebruik is gesanctioneerd met de volle belastingplicht maakt dit oordeel niet anders. Reeds op deze grond moet belanghebbendes beroep op de schending van het Eerste Protocol worden verworpen.

Met andere woorden, 9 maanden rijden voor 120 euro aan belasting per jaar op benzine is geen buitensporige last voor een individu en hierbij weegt het algemene belang zwaarder. Deze uitspraak kan een precedent scheppen voor de zaken van Stichting Autobelangen voor de auto’s op benzine en LPG (waarbij je immers de keuze hebt om LPG uit te bouwen en weer in de bovenstaande categorie te vallen). Ik ben nog wel benieuwd naar het oordeel van de rechter hoe het dan uitpakt voor auto’s op diesel. Daarbij wordt je wel degelijk geconfronteerd met hogere lasten, in geval van zware dieselauto’s, buitensporig hogere lasten. Dus met name naar de uitslag van de zaak van Mike met een Landrover Defender diesel en de zaak van Bart met een Mercedes 240D ben ik benieuwd of het oordeel ook zal zijn dat er geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Beslissing: De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

einde   oefening   oldtimer   rechtszaken

Conclusie met betrekking tot kans op succes VrijstellingOldtimer.nl

Het bovenstaande is natuurlijk maar een zaak aan een rechtbank in Zeeland die op een bepaalde manier is voorbereid en een andere rechter kan tot een ander oordeel komen of de zaak kan net anders zijn, dus 1 op 1 vergelijkbaar is het nooit. Toch denk ik dat een aantal zaken niet erg hoopgevend zijn:

  1. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ontvangen vrijstellingsbrief onderhevig is aan de op dat moment geldende wet en dat die wet kan en mag wijzigen
  2. De rechtbank heeft op basis van een uitspraak van de Hoge Raad geoordeeld dat een formele wet (die van de wegenbelasting) niet aan fundamentele rechtsbeginselen getoetst kan worden. Bovendien is het de rechtbank niet toegestaan de innerlijke waarde of billijkheid van de wet te beoordelen.
  3. De rechtbank heeft geoordeeld dat in geval van een auto die op benzine rijdt een bedrag van 120 euro per jaar aan belasting betalen en slechts 9 maanden van de weg gebruik te mogen maken geen buitensporige last is

Naar mijn persoonlijke mening zijn hier heel wat stoelpoten weggezaagd onder argumenten die jij en ik heel redelijk vinden. Ik acht de kans op succes derhalve erg klein al ben ik benieuwd naar het oordeel van de rechter met betrekking tot buitensporige lasten als de auto op diesel rijdt.

Ik blijf het nog even volgen en ben erg benieuwd naar het volledige verslag van de zaak van Dhr. Meerts en uiteraard de zaken van Stichting Autobelangen.[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]

Plaats een reactie

OudeVolvo

OudeVolvo is een klassieke Volvo hobby blog van Lars Rengersen.

Ook elektrisch?

Wil je jouw auto (Volvo of een ander merk) ook ombouwen naar volledig elektrische aandrijving? Als spin-off van mijn eigen EV conversie project ben ik EVcreate begonnen voor 'Hulp bij ombouw naar elektrisch'

Zie www.evcreate.nl

EVcreate